Die target vang ik ook wel even.
Na een tijd niks te hebben geschreven kwam mijn inspiratie weer terug door de vangst van een target. Voor deze vis heb ik het onderste uit de kan moeten halen. Niet dat de targets normaal gesproken zomaar in mijn net springen, maar over het algemeen gaat het targetvissen me redelijk goed af. De betreffende vis kwam ik op het spoor door een gesprek met een visser aan een ander water. Op dit water had ik mijn beide targets na vijf sessies op de mat.
Zo gezegd, zo gedaan
Een schubkarper deze keer. Met alle gekte rondom de SKP’s de laatste jaren en daarmee het aantal spiegels die in ons net verdwijnen begin ik een steeds grotere voorkeur te ontwikkelen voor schubkarpers. En dan vooral de grotere exemplaren. Deze vis zwemt op een langgerekt stelsel van sloten en kommen waar het zo nu en dan lekker stroomt. Van het verdere bestand weet ik niks wanneer ik start in maart (2020). Elke andere vangst is welkom, maar zie ik wel als bonus. Door de vliegende start in januari zit ik vol zelfvertrouwen en schat ik dat deze vis niet al te veel tijd moet gaan kosten. Zo gezegd, zo gedaan, dacht ik. Achteraf gezien was ik iets overmoedig..
Wanneer ik me richt op een specifieke vis probeer ik zoveel mogelijk te weten te komen over het gedrag van de vis. Op welke stek wordt deze vaak gevangen? Is er een aas voorkeur of misschien een periode die vaak gunstig is? De informatie is deze keer vrij eenduidig. Het is een honkvaste vis, die weinig voorkeur heeft qua aas.
In het begin vis ik instant een paar dagsessies bij een plek die weleens een winterholding zou kunnen zijn. Helaas, na een paar uurtjes kou kleunen ga ik steeds visloos naar huis. Er is verder nul activiteit van vis te bespeuren daarom besluit ik om een nachtje te gaan proberen. Ook deze keer instant, maar ook nu geen teken van leven.
De volgende drie sessies start ik met het voorvoeren van enkele stekken en vis ik drie keer een nacht op een andere stek. Allen zonder enige actie. Tijdens de volgende sessie zie ik een uurtje nadat mijn hengels in liggen een aantal duikeenden met een boilie bovenkomen. En de volgende eend komt ook met een boilie in z’n snavel naar boven.
Meestal is het voornamelijk irritant als eenden op je stek duiken, maar nu geeft het vooral inzicht. Ik heb namelijk nog niks bijgevoerd, dus deze boilies liggen er nog van gisteren of iemand heeft vandaag nog gevoerd. In beide gevallen zint het me niks en ik ruim direct mijn spullen op en vis een nachtje op de rivier. Ik laat het water even voor wat het is. Ik kom terug wanneer de watertemperaturen wat gunstiger zijn.
Poging II
In mei vis ik er nog een los nachtje, maar ook nu is het doods. Half juni kom ik weer terug op het water. Mijn stek op een ander water is bezet. Ik vaar een hengeltje uit met de voerboot. Een zooitje tijgernoten in de bak en ook als aas een uitgebalanceerd nootje. De andere hengel vis ik een spinner rig met een pop-upje.
Om kwart over vijf in de ochtend dan eindelijk de eerste aanbeet, maar de haak lost op het moment dat ik contact maak met de vis. Lekker dan. Na negen sessies eindelijk actie en dan dit. Ik vaar de hengel weer naar hetzelfde plekje en rond acht uur kan ik alsnog mijn eerste vangst van op het water in mijn logboek noteren. Een kleine schub die vecht voor elke centimeter en zo ga ik toch met een goed gevoel richting huis.
Ik besluit om hier door te vissen, totdat ik in juli op vakantie ga. De nachten die ik vis bereid ik voor door elke dag wat voer te water te laten en het levert tweemaal een blank en een keer twee vissen op. De vissen komen steeds in de ochtend, nadat ik mijn bodemaasjes heb geruild voor spinners met een attractief aasje. Voorlopig kan ik wel concluderen dat het voeren niet echt effect heeft en ik het een beetje moet hebben van een langskomende groep vissen in de ochtenduren.
Later, als ik nog meer sessies heb gemaakt op het water, wijzigt deze conclusie eigenlijk niet. Alleen de ochtenduren leveren actie.
Is dit ‘m dan?
We zijn intussen aangekomen in oktober en na een zomer op de rivier en een korte Franse sessie ga ik weer gericht vissen op mijn target. Ik besluit weer te gaan voeren, maar dan de hele sector i.p.v. enkel de te bevissen stek. Op deze manier kan ik hopelijk meer vis bereiken en een bijkomend voordeel is dat in het geval van andere vissers ik altijd op een plek kan vissen waar mijn voer te water gaat.
De eerste sessie, na een week voeren, geeft gelijk resultaat en ik kan weer een vis bijschrijven. Wederom een kleintje, maar het geeft in ieder geval vertrouwen na de reeks met blanks. De keer erna blank ik weer rustig een nachtje, maar daar kijk ik al niet meer van op. De volgende sessie krijg ik voor het eerst in de avond al een aanbeet en het is een grotere vis dan die ik tot nu kon vangen hier. De vis neemt een paar flinke sprints door het smalle water heen en voor het eerst krijg ik een gevoel van “het is hem” en zeker als ik een flank van de vis zie.
Het is ‘m echter niet, maar toch een prachtige schubkarper van rond de 11kg. Daarbij erg blij met het feit dat er zo vroeg op de avond al actie is. Dat geeft de burger moed. Ook in de vier sessies erna weet ik vis te vangen, waarbij de laatste van deze serie er zelfs drie vissen worden gevangen in een dagsessie.
De sleutel tot succes is gevonden, zo lijkt het, en het moet kwestie van tijd zijn voor ik die dikkerd op de mat heb. Helaas is het succes van korte duur, want in de elf sessies die ik er nog vis in 2020 eindigen allemaal in een blank. Wat ik ook doe, de vis lijkt met de noorderzon te zijn verdwenen.
2021. Een nieuw jaar, een nieuwe kans!
Voor het nieuwe jaar heb ik twee doelen voor ogen. Mijn target en een oude volschub op een ander water. De eerste maanden vis ik voornamelijk op het water van die laatste. Dat water is wat dieper en daardoor verwacht ik de hele winter wel vis te kunnen vangen.
Helaas lijkt dit toch minder goed te lukken dan ik verwachtte en zo weet ik in januari slechts twee vissen te vangen. Een schub tijdens mijn eerste sessie van het jaar op drie januari en een andere oude spiegel van ruim 16kg twee weken erna.
Daarna komt de kou in het land en de vissen lijken ook hier compleet verdwenen. Met de voerboot zoek ik zowat het hele water af, maar ik vind helemaal niks. Daarbij ook nog eens een avondklok, waardoor ik nog maar een stek kan bevissen vanwege het feit dat ik hier niet in het zicht zit. De stek zelf heb ik al geregeld bevist, maar het lijkt er niet op dat de vis hier aanwezig is.
Verstoppertje spelen
Weer rijg ik de blanks in rap tempo aan elkaar, maar toch blijf ik gaan. Elke keer weer het geloof en hoop ik dat het de volgende keer wel moet lukken. Heel februari gaat echter visloos voorbij en ook de helft van maart zit ik zonder actie aan de waterkant. De flinke en aanhoudende kou geeft ook weinig hoop op verandering. Ik laat het water even los en richt mijn aandacht weer op mijn target.
De schub zwemt op een smal water die grotendeels aan een doorgaande weg ligt. Dat is niet ideaal met een avondklok na negen uur in de avond, maar ik voel er echter weinig voor om niet te vissen. Ik besluit het risico maar gewoon te nemen. Een boete van 95 euro is het risico wel waard. Ik kies een plek waar je relatief verscholen kan zitten door een flinke bomenrij. Daarbij is de kans klein dat de politie naar de waterkant kijkt als ze langsrijden. Die hebben wel wat anders aan het hoofd.
Zo gezegd zo gedaan. Voorvoeren doe ik minimaal, met de tactiek die me ook in oktober succes heeft opgeleverd. Een paar honderd gram verspreid ik om de dag over het sector waar ik de vis verwacht. Rond half negen kom ik aan bij het water. Het is net donker en zo kan ik ongezien mijn spullen naar de stek brengen. Een kwartier later liggen de hengels in en kan het wachten beginnen. In de avond verwacht ik hier eigenlijk geen actie en daar ben ik ook niet zo rouwig om aangezien ik zo in het zicht zit.
Binnen vijftien minuten na de start van de avondklok komt er drie keer politie voorbij, maar ze hebben geen oog voor mij. Daarna komt er een soort totale rust die toch wel bijzonder is om mee te maken. Zo nu en dan een verdwaalde auto of fietser, maar voor de rest lijkt de wereld wel uitgestorven. Het is een bijzondere gewaarwording. Deze rust wordt ook pas om acht uur de volgende verstoord. Een aantal piepen uit mijn ontvanger maken me wakker. Snel doe ik mijn laarzen aan en ik loop naar mijn hengels die een stukje verderop staan.
De hanger staat tegen mijn hengel aan en in het water zie ik een flinke welling. Fish on! Ik pak de hengel op en maak contact. De vis doet zoals verwacht nog niet mega veel door de lage watertemperatuur, maar toch nog een paar minuten strijd. Ik kan mijn net om een lichte schubkarper steken die zeker niet tegenvalt qua formaat. De schub van ruim 12kg wordt op de foto en mag daarna weer terug het water in. Na twee maanden eindelijk weer vis op de kant en dat het op dit water lukt is dubbel genieten.
Zucht
De sessies erna zijn een beetje wisselende qua resultaten, maar de meeste visloos. Het weer blijft teleurstellend en de watertemperatuur blijft erg laag voor de tijd van het jaar. Begin april zit ik nog met zeven graden water en dat doet de vangsten weinig goeds. Gelukkig vang ik zo nu en dan nog wat en zitten daar ook enkele mooie exemplaren tussen. Genoeg reden om door te gaan en ik besluit om dit water niet meer te verlaten totdat ik DE schub heb.
Na een korte break met het gezin blank ik wederom een nacht en ook in de ochtend kan ik geen vis vangen. Wel zie ik een redelijke schub rondhangen op een van m’n stekken, maar uiteindelijk vertrekt deze weer onverrichte zaken. Ik word er zo nu en dan wel wat moedeloos van hier, maar opgeven is geen optie.
Het roer om
De dag erna broed ik een plannetje uit. De watertemperatuur is ondertussen gestegen naar 15 graden. De kans is groot dat op een aantal aangesloten slootjes de temperatuur nog wat hoger is en dat de vis al aan het verzamelen is voor de paai. Ik rijd naar een van de plekken waar ik vis zou verwachten. Mijn vermoeden klopt. Ik zie zeker acht vissen voor een afgesloten duiker. Een hekwerk houdt de vis tegen, maar dat geeft mij de mogelijkheid om ze eens goed te bekijken.
Ik zie drie grotere schubs en daarbij nog enkele kleine exemplaren. Na een minuut of tien voer ik enkele handjes boilies verspreid over het stuk en besluit de volgende dag terug te keren. Als ik de dag erna aankom bij de duiker zie ik weer een aantal vissen liggen. Deze keer valt mijn oog op een grote schub. De vis laat zich eerst langzaam wegzakken tussen de plompen, maar komt na een paar minuten toch weer omhoog. Ik bestudeer de vis aandachtig en zie enkele herkenningspunten aan de staart en de rugvin van de vis. Ook zie ik wat lichtere schubben aan z’n flank.
Ik twijfel of het mijn target is, omdat ik groter zou verwachten, maar het is wel een oude bonkige schub. Thuis pak ik de foto’s erbij die ik heb van m’n target en dat versterkt wel m’n vermoeden. Dikke kans dat ik dus een meter van m’n target heb gezeten deze avond.
De volgende dag ben ik weer terug. Nu bewapend met een setje hengels. De plek zelf is niet uitnodigend, maar goed, hier zit de vis, dus hier gaan we vissen. Het omgevingsgeluid maakt het alles behalve “genieten van de natuur”, maar alles is bijzaak. Ik kom om te vangen.
Dat ik geen slechte keuze heb gemaakt, blijkt al na een uur als de eerste hengel krom trekt. Ik ben toch wel verbaasd, aangezien er in de avond meestal niks gebeurd hier. De vis vliegt door de sloot heen, maar na enkele felle uithalen kan ik de vis landen in m’n net. Het blijkt een prima schub.
Nog een uurtje later mag ik nog een tweede, kleinere schub vangen. Heerlijk zeg. Om zes uur in de ochtend mag ik voor de vierde keer aan de bak en deze keer blijkt het echt een meesterlijke vis te zijn. Met 14 kilo ook nog een van de grotere van het water. Ik ben al dik tevreden met vier, maar kom uiteindelijk op zes aanbeten. Om het even in het juiste perspectief te zetten. Zes vissen is evenveel als ik tot nu toe heb gevangen in mijn 17 eerdere sessies dit jaar.
Aan het einde van de sessie kom een rattenvanger het hekwerk weghalen bij de duiker. Mysterie opgelost. Het was een rattenval.
De keren dat ik na die dag kom voeren zie ik veel minder actie op de stek. Hooguit een vis en ik vermoed dat juist het hekwerk wel eens in mijn voordeel heeft gewerkt. Dit wordt nog eens bevestigd als ik de nacht erna slechts één aanbeet krijg. Pas rond acht uur in de ochtend komt de beetmelder tot leven. Een sterke schub, die me alle “hoeken” van het water laat zien, redt de sessie. Hoewel ik op meer actie had gehoopt ga ik toch tevreden naar huis. Er is toch nog vis te vangen hier, dus we geven het nog een kans.
Aan het einde komt het altijd goed, toch?
Vier dagen later ben ik weer aan de waterkant met m’n spullen. De weersomstandigheden zijn prima. Zuidwester wind, dalende luchtdruk en ook nog eens volle maan.
’s Nachts komen er een aantal flinke onweersbuien over en ik slaap slecht. Als ik rond half zeven wakker word van enkele piepen ga ik even bij mij hengel kijken. Een paar duikeenden en meerkoeten snellen er vandoor. Onverrichte zaken kruip ik m’n slaapzak weer in.
Om half acht word ik weer wakker. Mijn gevoel zegt me dat ik m’n rigs opnieuw moet plaatsen. Bij mijn linker hengel verwissel de snowman rig voor een spinner rig met een pop-up. Het kan hier vaak net het verschil maken tussen een blank of toch een aanbeet. Mijn rechter hengel viste ik al met een spinner rig, maar de pop-up blijkt eraf, waarschijnlijk door die eend eerder die ochtend.
Ik monteer een verse pop-up en plaats de rig weer terug. Bijvoeren doe ik niet. Het is alles of niets. Happen is hangen. De ochtend verloopt verder rustig. Stiekem hoop ik natuurlijk nog op een aanbeet. Acht uur “bite-time” gaat stil voorbij, maar dan om kwart over negen opeens een streep van een aanbeet op m’n rechter stok.
In een fractie van een seconde sta ik naast m’n hengel en ik zie m’n lijn door de sloot schieten. Ik pak de hengel uit de steun en maak direct contact met een sterke vis. Geen snelle uitspattingen en paniekerig gedrag, maar steady druk op de lijn. De vis zwemt een aantal keer heen en weer. Enkele keren moet ik ‘m uit de lelies houden, maar ik heb het gevoel dat dit goed gaat komen. De dril duurt een minuut of tien, maar daarna vloeien de krachten van de vis wel weg.
BAM. Opeens komt het besef dat het wel eens DE vis moet zijn.
Doordat het water erg ondiep is waar ik de vis wil scheppen mislukt het de eerste keer. Nog even spannend, maar een tweede poging slaagt wel. Ik trek het schepnet omhoog en ik zie een grote schub met een kale plek op zijn flank heeft en BAM. Opeens komt het besef dat het wel eens DE vis moet zijn. Ik kijk nog eens goed en til de vis uit het water. Mijn twijfel wordt direct weggenomen door het gewicht. Dit is hem. YEEEEEEES!!!!!!!!!
In woorden kan ik moeilijk uitdrukken wat er toen allemaal door me heen schoot. Zoveel tijd en moeite die ik in deze vis heb gestoken en dan ligt die nu eindelijk in mijn net.
De vis gaat even in de sling. Om bij te komen en ik heb zelf ook een momentje nodig..