Queen of the pond
Het was eigenlijk de bedoeling om deze post al veel eerder te plaatsen. Maar soms in de karpervisserij gaat niet alles zoals je van te voren bedenkt. Als m’n vriendin aan de eettafel zegt “als je zin hebt om te gaan vissen vanavond, dan ga je toch lekker”. Dat hoeft ze natuurlijk geen twee keer te zeggen. Nog voordat mijn eten goed en wel op is, ben ik alweer op pad.
Dat ik ga vissen is niets bijzonders en ik hoef ook echt niet elke keer specifieke toestemming te vragen, maar de laatste weken is mijn motivatie zo hoog dat ik ook wel eens vergeet niet alleen op aarde te zijn. Ik heb een doel en wil dat doel zo snel mogelijk bereiken.
Afijn, die avond zelf, rond acht uur een aanbeet op mijn rechter hengel. Deze heb ik geplaatst onder een overhangende wilg. Dit plekje levert geregeld actie op, niet altijd karper, maar het is in ieder geval een plek waar vis voorbij komt. De plotse kou van dit jaar is de laatste dagen steeds verder aan het verdwijnen. Ook vanavond is het nog een graadje of 12. De aanbeet lijkt heel even op karper, maar al gauw zie ik een flinke tinca tinca onder mijn hengeltop. Snel onthaken en weer door. Een nieuwe PVA zakje met hennep, grove boilie stukjes en een zoete liquid wordt aan de haak gemonteerd en met een onderhands worpje weer terug op de stek gelegd.
De rest van de avond is het rustig. Het weer is rustig en er is weinig beweging op het water. Zo nu en dan valt er een blad op mijn hoofd uit de bomen. De herfst is goed op gang en dat geeft altijd wat extra energie om het jaar goed af te sluiten. Rond elf uur begin ik langzaam op te ruimen. Weer geen karper bedenk ik me, weer niet die ene. Ik treuzel wat. Eerst zet ik mijn stoel en tas in de auto. Daarna mijn steunen en piepers. Alleen de hengels liggen nog in. Als ik terug naar mijn hengels loop hoor opeens ik het onmiskenbare geluid van een draaiende spoel……ACTIE! Maar voordat ik verder ga, even terug naar het begin.
The Queen
Zo nu en dan komt er een vis voorbij die ik wil moet vangen. Meestal zijn dit de grotere exemplaren. Zo ook deze grote schubkarper. Een echte Queen of the pond die haar rondjes zwemt in een kleine stadsvijver. Op het water kan de vis nooit ver weg zijn, maar dat wil uiteraard niet zeggen dat je ‘m zomaar even vangt. Voor sommige vissers komt ze er de eerste of de tweede keer gelijk uit, maar ik moet wat meer moeite doen.
Het vroege voorjaar start ik met een aantal dagsessies. Ik kies bewust de zonnige dagen uit. De warmte en het zonlicht hebben, naast een gunstig effect op mij als visser, in deze periode van het jaar vaak een positieve werking op de vis. Al snel worden dan ook de eerste twee vissen gevangen. De bewuste hengel wordt bevist met een chod montage op de resten van een afgestorven lelieveld. Het water is amper vijf graden maar de vissen blijken toch goed vangbaar.
Na een succesvolle Franse sessie zet ik m’n zinnen weer terug op de schub. Ik plan een aantal sessies in die ik voorbereid door wat voor te voeren. Ik voer per sessie twee keer maar slechts op een stek en heel compact. Het idee hierachter is dat grote vissen compacte voerstekken kunnen gaan domineren. Een hengel wordt met de voerboot precies op die plek gedropt. Voor de tweede hengel wilde ik meer gaan inspelen op de omstandigheden op het moment. Een beetje free–wheelen.
Als ik voor een volgende sessie aan het water kom, zie ik dat er geen andere vissers zijn. Ik zet al m’n spullen op de beoogde stek en vaar de eerste hengel uit op de “stortstek”. De andere hengel werp ik richting de plek waar ik eerder het jaar al succesvol was. De lelies beginnen alweer goed op te komen, dus de slip gaat dicht om ervoor te zorgen dat bij een aanbeet de vis niet de lelies in schiet.
Na twee uur krijg ik een aanbeet op aangevoerde stek. Ik pak de hengel op en zet goede druk. Er zijn hier wat obstakels die vermeden moeten worden. De vis is even flink fel maar wordt daarna wat beter te handelen. Het blijkt een van de twee graskarpers van het water te zijn. Geen slechte start van de sessie, maar het is toch jammer dat het niet die ene is. Ook een volgende sessie weet ik vrij vlot een vis te vangen. Deze keer een schubje gevangen op een wafter. Net als bij de vorige sessie blijft het bij een vis. Enkele sessies kort daarop zijn zelfs helemaal zonder actie, maar ik ben ervan overtuigd dat de vis binnenkort een keer voor de bijl moet gaan.
Timing is alles
Omdat ik zo nu en dan ook een sociaal leven heb, stem ik in om op een vrijdag (vaste visdag) na werk een hapje en drankje te gaan doen met collega’s. Mijn visspullen heb ik al in de auto liggen en zo kan ik daarna gelijk door naar het water. Zoals je kan verwachten loopt het gezellige gedoe wat uit en rijd ik rond een uur in de nacht naar het water. Ik ben al behoorlijk gaar na een lange week werk en het avondje op stap. In gedachten schommel ik tussen naar bed en naar de waterkant. Na lang wikken en wegen wordt het de eerste optie. Ik besluit de volgende ochtend wat uurtjes te gaan maken.
PING-PING, mijn telefoon piept als ik die zaterdagochtend met een kop koffie op de bank zit. Ik krijg te horen dat gisterenavond vroeg de vis gevangen is door een ander. Ik baal er behoorlijk van. Als ik niet was gaan borrelen had ik aan het water gezeten en was de kans groot dat ik de vis had gevangen. Lekkere timing weer Kempers…
Ik besluit om het water wat rust te gunnen. Ik verwacht niet dat de vis weer gelijk gevangen gaat worden en kan ik mezelf weer motiveren. Ik plan wat socials in en vis hier een daar met vrienden. Het is nog geen twee weken later als ik verneem dat de vis alweer gevangen is. Een kleine inschattingsfout van mijn kant dus. De vis blijkt alweer vrij vlot terug te vangen. Ik besluit om wat info te winnen over de vangstmomenten en noteer deze in mijn notitieblok. Wordt vervolgd….
Najaaroffensief
Een echte targetvisser ben ik niet, als het me te lang duurt ga ik vaak naar wat anders opzoek, maar echt loslaten doe ik het niet. Ik ben voornamelijk een visser die geniet van actie. Vangen van vis. Groot of klein zijn maakt in eerste instantie niet zoveel uit. Ondanks mijn eerdere plannen geraak ik de maanden erna niet meer aan het betreffende water. De vis wordt tijdelijk in de ijskast gezet. Ik zet mijn zinnen op een stromend water avontuur. Een rivier in de buurt is gedurende de extreem droge en hete zomer het strijdtoneel en ik kan zeggen dat ik me behoorlijk geamuseerd heb. Daarover meer in de toekomst.
Ergens in september weer een berichtje, weer een vangst. De vis komt langzaamaan weer in beeld. Als ik de gegevens naast elkaar leg herken ik een patroon in de vangsten. Eigenlijk is het wel bijzonder dat ik de vis nog niet heb kunnen vangen in de tijd en energie die ik heb gestoken in het water, maar als ik de vis uiteindelijk kan vangen zal de voldoening zeer groot zijn.
Na een eerdere dip qua temperaturen in september schiet de temperatuur aan het einde van de maand weer naar de 25 graden met een periode van stabiele en hoge luchtdruk. De omstandigheden zijn verre van ideaal vangsttechnisch gezien, maar omdat geen lopende voerstek heb op andere wateren biedt het wel mogelijkheden om mijn pijlen weer even te richten op de schub.
Ik laat er geen gras over groeien en vis die week erop gelijk twee doordeweekse avondjes. Eentje daarvan heb ik voorbereid met wat voer een avondje ervoor. Tijdens de eerste sessie krijg ik iets van een aanbeet op m’n chod, maar bij het oppakken van de hengel zie ik een boeggolf maar maak geen contact. Voor de rest blijft het stil.
De week erna begint de kou weer terug in het land te komen. Er zijn al enkele nachten waarbij de temperatuur rond het vriespunt uitkomt. De watertemperatuur krijgt hierdoor een flinke duw. Ik besluit om te gaan voeren met kleiner aas. Ik maak een mix van tijgernootjes, hennep en wat boilies om zo de vis bezig te houden maar niet teveel te verzadigen. Als aas kies ik voor wafters en pop-ups. Attractief en opvallend.
De sessies volgen elkaar in rap tempo op. Een keer zelfs met een bevroren schepnet door vorst aan de grond. Het doet de actie uiteraard geen goed. Ik houd het weer nauwlettend in de gaten voor een mogelijke omslag. Meestal hoop ik op dalende luchtdruk en onstuimig weer. Nu hoop ik op wat milder weer. Iets meer warmte en wat zon om de kou wat tegen te gaan. Mijn weer app geeft voor het begin van de week 17 graden aan. Dat moet goed komen denk ik bij mezelf en rijd in de avond na het eten naar de waterkant. Een hengel plaats ik onder een wilg. Even een nieuw plekje proberen en de andere hengel trouw bij de plompenresten.
Al na een klein uur wordt mijn voorvermoeden bevestigd en gaat de wilghengel ervandoor. Na een korte, maar pittige dril mag ik een mooie schub vangen. De spinner-rig met Krank haak bevist met een wafter zit muurvast. Zo zie ik het graag!
Uiteindelijk zijn we weer beland bij die ene sessie. Ik loop richting mijn hengels om ze op op te ruimen als ik mijn spoel hoor spinnen. Net op het laatste moment is er toch een vis die toch weer de wafter heeft gepakt. Een paar minuten ervoor dacht ik al wat belletjes op de stek gezien te hebben. Ik gris de hengel uit het gras en maak contact. De vis zwaait het midden van het water op en ik houd mijn top laag. Zo blijf de vis aan de bovenste laag van het water en heb ik minder kan om een obstakel te pakken.
De vis voelt goed, sterk en massief. Ergens heb ik al een vermoeden. De slip ratelt lekker en ik dril ontspannen. Het voelt goed en ik weet dat deze vis gevangen gaat worden. Steeds een stukje dichterbij, totdat ik mijn schepnet onder de vis kan steken. Het is een grote schub, maar ik weet het nog niet helemaal zeker.
Snel pak ik mijn spullen uit de auto en zet alles klaar voor de foto’s. Ik leg de vis klaar op de onthakingsmat en zie wat schubben vreemd staan. Ik zet even mijn hoofdlampje aan en ik schrik. De vis heeft enkele wonden op zijn flank. Dit moet gekomen zijn door de maaiboot van een paar weken geleden. Alle plompen zijn weggemaaid en de vis heeft er blijkbaar tussen gelegen. De wonden lijken weer dicht te zijn, maar dit is wel een domper. De andere kant van de vis is gelukkig ongehavend. Ik schiet een aantal foto’s en weeg de vis.
Alles gaat snel en gehaast, want ik wil de vis weer snel terugzetten. Ze is nipt boven de 15kg waar ik de vis in deze periode wel een kilo zwaarder had verwacht. De wond heeft toch z’n weerslag, maar karpers zijn taaie beesten. Het moet gek lopen wil de vis het niet halen.
Ik stap het water in en laat de vis even in mijn handen rusten. Even, want er zit nog genoeg pit in. Na enkele ferme slagen zie ik de vis het duister in glijden. Bedankt voor je bezoek en ik hoop op het beste. Dit moment had ik me wel wat anders voorgesteld. Eindelijk pak ik mijn target en kan ik het hoofdstuk afsluiten. De staat van de vis geeft me wel een naar gevoel, maar ik ben wel blij me de vangst zelf.
Met een dubbel gevoel rijd ik een paar minuten later voor de laatste keer de straat uit…