Dressuur
Jantje: “Nog wat gevangen?”
Pietertje: “Nee helaas niet, alleen een paar loze piepjes maar ze willen niet echt doorbijten.”
Jantje: “Hmm jammer, kunnen ook lijnzwemmers geweest zijn” Pietertje: “Nee denk het niet, ik vis met toplood.”
Jantje: “Oh, dan zullen het wel brasems zijn.”
Pietertje: “Ja ik denk het ook, die krengen verplaatsen gewoon telkens het lood.”
Vaak kunnen we niet zien wat er onder water gebeurt. En dat is meestal maar goed ook, want wat je dan te zien krijgt is niet geschikt voor hartpatiënten. Blanken, terwijl je ziet dat je haakaas meerdere malen door een dikke schub wordt opgepakt en achteloos wordt uitgespuugd. Houdini is er niets bij, de vissen spelen er mee en vreten uiteindelijk alles weg en alleen je haakaas ligt er nog. Dit is wat ik heb geleerd van de vele onderwaterbeelden die ik heb bekeken. Kijk bijvoorbeeld eens naar de films van Korda (state of the art underwater carp fishing), Danny Fairbrass en zijn vismaten zijn hier al meer dan 10 jaar mee bezig en inmiddels zijn er ook duizenden onderwaterfilmpjes van anderen te vinden op internet. Voor mij werd dit laatst weer eens bevestigd toen ik met mijn actioncam ging filmen in een heldere poldersloot (Artikel). Denk dus niet dat dat alleen in Engeland gebeurt, grote kans dat dit ook gebeurt op jouw water! Kleine slootjes waar nauwelijks gevist wordt of grote rivieren en kanalen zijn misschien uitzonderingen.
Ik denk dat je onderscheid kunt maken tussen twee situaties. Voor de rest ligt alles ertussenin. Ga uit van de slechtste situatie en probeer die te omzeilen. 1: De beste situatie, de vis aast gulzig en zonder argwaan. Kent het voer en wil zo snel mogelijk eten omdat anders alles opgegeten word door andere vissen. Voedselnijd en aasherkenning zijn de basis voor de allerbeste sessies. Voorvoeren is een middel om deze situatie te bereiken. De vis pakt het aas al zwemmend op, zwemt door naar het volgende aasje waardoor de lijnt strekt en de haak goed kan prikken. Elke aasopname is een run. 2: De slechtste situatie; de vis neemt de tijd, aast voorzichtig en argwanend. De vis wordt al maanden achtereen belaagd, net als de jaren ervoor en is waarschijnlijk al een aantal keer gevangen, kent het gevaar. Kent het aas niet, of weet juist dat het gevaar met zich mee brengt. Voelt deze vis een lijn of onderlijn dan is hij weg.
De voorzichtige vis neemt aasje voor aasje in zijn bek en tast het af zonder door te zwemmen, bij twijfel word het uitgespuugd voordat de lijn strekt, de haakt prikt niet. Wanneer de vis toch licht geprikt wordt zwemt de vis iets terug, zuigt veel water naar binnen waardoor haak en aas naar binnen gezogen worden en uit de lip getrokken wordt. Daarna spuugt de vis het spulletje uit. Zit de haak iets beter geprikt, dan schudt de vis wild met zijn kop en gebruikt het loodgewicht om alles uit de lip te schudden. Uiteindelijk wordt al het voer weggevreten en alleen haakaas blijft liggen. Hooguit een enkele piep op de beetverklikker. Het karpervissertje is kansloos. #Blanken. Het hoort erbij, maar went nooit.
In de situatie 1 kun je goed vangen en lekkere sessies draaien. In de tweede sta je eigenlijk voor lul, zonder dat je het doorhebt. De “loze” piepen worden al snel aan brasems en lijnzwemmers toegewezen. Maar in de meeste gevallen niet als je ’t mij vraagt. “Ze bijten niet door” is een verklaring die je veel hoort en meer in de buurt komt. Elke piep, door lijnzwemmer of loodverplaatsing, is een gemiste kans op vis, zo denk ik erover. Als het echt brasems zijn dan had je allang een stinkend en slijmerig schepnet gehad.
Onze standaard vastloodsystemen zijn niet effectief. Punt. Anders vissen dan anderen zorgt voor meer aanbeten zeggen ze dan, dat klopt, want dan presenteer je de karper iets dat anders reageert dan hij gewend is.
De intelligentie van karpers wordt zwaar overschat denk ik, een karper kan helemaal niet analyseren, beredeneren of oplossingsgericht nadenken. Een vis reageert gewoon op instinct en gevoel. Leert van zijn fouten. Proeft/voelt een haak in zijn bek of voelt een lijn tegen de flank en reageert daar simpelweg op. Actie = reactie. Een vis wordt geprikt, schrikt en neemt een sprint in de tegenovergestelde richting (een run), de druk op de lip wordt groter wanneer de visser de vis wil binnenhalen. Vervolgens voelt de vis een paar minuten lang een snaarstrakke lijn langs zijn gevoelige flank en vinnen. Dat wegzwemmen na een prik doet zo’n vis dus een paar keer, maar leert dat snel af omdat het niet beloond wordt. Eenmaal afgeleerd zal de vis anders reageren en zwemt na een prik naar de druk toe en kan de haak uitspugen of lossen door kopschudden. Als er veel gevist word op zo’n water dan leren de vissen daar dus heel snel, dressuur. De vissen zijn gedresseerd, of met andere woorden, hebben een kunstje geleerd.
Het volgende technische artikel zal gaan over manieren om de dressuur te doorbreken!! Stay tuned!!