Michel Kempers
Al jaren speelt vissen een hele grote rol in mijn leven. Dagelijks komen de beschubde wezens op voor in mijn gedachten. Dagdromend over beleefde en nog te beleven avonturen aan de waterkant of door weer en wind met een emmertje boilies in de hand, rigs knopend aan de keukentafel of op internet of in boeken op zoek naar alles wat met karpers te maken heeft. Een uit de hand gelopen hobby zou je kunnen zeggen…
Ondertussen is het alweer een eeuwigheid geleden dat ik voor het eerst een nachtje ging vissen in de polder bij Brielle. Op jacht naar een van de vele vissen die daar rondzwommen. Ik had eerlijk gezegd geen idee wat ik aan het doen was. Ik keek wat af bij anderen en daar is uiteraard niks mis mee. Als aas gebruikte ik een mierzoete strawberry boilie van starbaits. Achteraf vraag ik me af of de boilie wel zo zoet was. Waarschijnlijk bitter door de conserveringsmiddelen, maar over smaak van aas dacht ik toen niet na.
Het was ook die sessie dat ik mijn eerste karper ving. Een schubkarper van 12 pond wekte mij om zes uur in de ochtend. Na die vangst was er geen weg meer terug. De drang naar waterkant is nooit meer weggegaan. Nu bijna twintig jaar later is die er nog steeds en lijkt voorlopig niet minder te worden.
Mijn begin jaren
Mijn eerste jaren besteed ik voornamelijk aan de Brielse waterkant. Het water om deze vestingstad bevatte een mooie bestand aan schubkarpers met enkel uitschieters (rond de 30 pond). Een spiegel vangen deed je sporadisch, iets wat je je tegenwoordig ook nog amper kan voorstellen na al die SKP’s. Van instant aanprutsen, het rollen van eigen boilies tot het aanleggen van voerstekken die ik soms weken achter elkaar aanvoerde en beviste. Zo nu en dan een uitstapje naar een groter water, maar echt regelmatig werd dit nog niet. Ik denk dat ik mezelf wat onderschatte, of het grotere water wat overschatte, als ik er nu aan terugdenk.
Pas toen ik naar Rotterdam verhuisde en ik de uitdaging kwijt was op de park- en cultuurwateren ging ik op zoek naar een ander watertype. Een van de voorwaarden was rust, niet perse van de omgeving, maar des te meer van andere vissers. De drukte die zich steeds vaker uitte in een bezette voerstek leidde me naar een kanaal waar ik amper medevissers tegen kwam.
Het eerste grote water
Het kanaal was zoals veel kanalen op het eerste aanblik weinig inspirerend. Recht en lang. Met kiezels langs de kant en zo nu en dan een brug of haventje. Op Google maps zocht ik naar geschikte plekken om te kunnen bevissen. Daarna met de peilhengel en een buidel met boilies de stekken langs om ze voor te bereiden.
Na enkele sessies pakte ik vroeg in de avond mijn eerste vis. Net zoals ze vaak kwam de aanbeet onverwacht. Een sterke karakteristieke schubkarper had mijn aasje langs de zonnige overzijde van het kanaal gepakt. Ik wist gelijk, hier wil ik meer van!
De snoeiharde aanbeten van sterke langgerekte schubkarpers. Zo nu en dan een spiegeltje van het SKP, maar elke keer weer een verrassing wat er aan de andere kant van de lijn zit. De jaren daarop was ik geregeld te vinden aan het kanaal. Voeren, vissen, weer voeren en op zoek naar andere stekken. Het was een taaie visserij met zeer wisselende resultaten. Het ene jaar wist ik bijna elke nacht een of meerdere vissen te vangen. Het jaar erna was het blank op blank.
Een serie van tien nachten waarbij ik geen enkele karper heb kunnen vangen is voorgekomen en dan ga je aan alles twijfelen. Voer, onderlijnen, haken, jezelf, alles. Ik sloot het hoofdstuk af en ging ik weer opzoek naar een plek waar ik wel vis kon vangen. Uiteraard wel met een pak ervaring erbij.
Terug naar de basis
In de tijd erna was ik minder aan het vissen op vaste plekken. Ik viste een beetje overal en nergens. Gewoon lekker vissen en kijken wat er voorbij komt. Soms op een voerplek, soms instant en vaak met de pen op pad. Door deze manier van vissen kon ik geregeld wat vangen en daar doe je het toch allemaal voor.
Op een water waar ik regelmatig met de pen viste hoor ik van een grote schubkarper. Eerst geloofde ik niet dat een vis van dergelijke formaat daar rond kon zwemmen. Vissers zijn vaak goed in het aandikken van hun eigen belevenissen, maar toch was mijn interesse gewerkt en wilde ik die vis wel eens met eigen ogen zien. Na een pak aan statische en pensessies wist ik de vis uiteindelijk te vangen op een gewicht van 18,4KG. Tot op heden mijn grootste schubkarper. De vis is later nog doorgeschoten naar een ongekend gewicht van ruim boven de twintig kilo.
Mijn huidige visserij
Mijn huidige visserij richt zich weer voornamelijk op het bevissen van voerstekken. Mijn eigen voerstekken wel te verstaan. Ik vind het heerlijk om een bepaald water te kiezen en die aan te voeren en te bevissen. Wekelijks, meestal op vrijdag, gooi ik mijn auto vol met m’n hele hebben en houden en rijd ik naar het water toe. Hengeltjes in, de rest van de spullen opzetten en een nachtje genieten aan de waterkant.
De reden waarom ik een bepaald type water bevis is altijd weer anders. Soms is het een mooi bestand, soms is het die ene vis en een andere keer ga ik voor de uitdaging van het onbekende. Door de jaren heen heb ik heel veel geleerd aan de waterkant. Veel watersoorten, veel rigtypes en aassoorten heb ik gebruikt en gezien en daarna weer vergeten of toegevoegd aan mijn vaste arsenaal. Een van de belangrijkste zaken is vertrouwen in je eigen visserij. Ik probeer dan ook altijd dichtbij mijn eigen vertrouwde basis te blijven en dat werkt eigenlijk overal. Wel is het zo dat je zo nu en dan een aanpassing zal moeten doen om de situatie naar je hand te zetten, maar altijd vanuit de basis die werkt. Keep it simple!
Michel